Geschiedenis
Tijdens het Franse bewind, een periode waarin vele kerkelijke bezittingen worden aangeslagen, wordt een begraafplaats in de tuinen van de voormalige abdij van Robermont aangelegd. Net zoals in vele andere steden barsten begraafplaatsen in Luik immers uit hun voegen en de stad ziet zich dan ook genoodzaakt een begraafplaats buiten haar grenzen aan te leggen.
De eerste militairen worden daar reeds in 1799 begraven. Robermont heeft dus lang vóór de Eerste Wereldoorlog een militair ereperk. Wanneer Luik in augustus 1914 letterlijk in de eerste vuurlinie ligt, loopt het dodental snel op. De slachtoffers van die eerste oorlogsdagen zijn in Robermont evenwel niet in de meerderheid.
Het Belgische ereperk bevat inderdaad vele graven van Luikse gesneuvelden die over het gehele grondgebied en gedurende de volledige oorlog vallen. Ze worden na het conflict naar hun voormalige woonplaats gerepatrieerd en begraven naast hun wapenbroeders die reeds in 1914 gestorven zijn. Oud-strijders die na de oorlog overlijden krijgen eveneens een laatste rustplaats in het ereperk, net zoals weerstanders en burgerslachtoffers. Ook Britten, Canadezen, Fransen, Polen en Sovjets hebben een eigen perk. Deze alomvattende benadering maakt van Robermont een zeer bijzondere begraafplaats.
Slachtoffers
328 Eerste Wereldoorlog - 60 Tweede Wereldoorlog
Beschrijving
Het ereperk is onderverdeeld in vierkante perken waar de graven in evenwijdige rijen rug aan rug liggen. De zerken zijn van arduin, maar wijken af van het typische Belgische model en leunen eerder bij een strak art deco aan. De grafplaten met de gegevens van de gesneuvelden zijn uitgevoerd in brons.
De grafstenen voor de andere nationaliteiten volgen de voor elk land typerende stijl. Monumenten ter nagedachtenis van de gesneuvelden zijn over het gehele ereperk verspreid.