Geschiedenis
Om het “Belgian Field Hospital” (opgezet door de Britten, maar vanaf mei 1916 volledig door Belgisch personeel overgenomen) te beveiligen, besluit de legerleiding dit hospitaal van het College in Veurne naar rustoord “De Clep” in Hoogstade over te brengen. Veurne ligt inderdaad onder Duits vuur en de verhuizing is dan ook onontbeerlijk. Maar geen militair hospitaal zonder doden en al snel volgen de eerste teraardebestellingen op een terrein achter de kerk van Hoogstade. Zo’n 1.300 militairen bezwijken in het hospitaal zodat een bijna dagelijkse tocht naar de begraafplaats tot stand komt.
Op het einde van de vijandelijkheden in 1918 liggen er dan ook 972 Belgische, 150 Britse en een aantal Franse en Duitse gesneuvelden begraven. Tijdens de heraanleg in 1924-1925 worden sommige lichamen ontgraven, maar evengoed komen er vanuit de omgeving van Hoogstade bij. Wanneer de militaire begraafplaats van Reninge in 1968 wordt afgeschaft, worden 117 gesneuvelden naar Hoogstade overgebracht.
Vandaag telt de begraafplaats 825 graven, waaronder twintig Britse. In Hoogstade liggen slechts zeventien onbekende soldaten, wat weinig is in vergelijking met andere begraafplaatsen. Zes graven zijn door heldenhuldezerkjes gemarkeerd.
Slachtoffers
805 Belgen (17 onbekenden) - 20 Britten (Eerste Wereldoorlog)
Beschrijving
De rechthoekige begraafplaats wordt aan de zij- en achterkant door hagen omzoomd. Aan de straatkant staat een muur in de typische gele baksteen die bij de wederopbouw van de Westhoek veelvuldig wordt gebruikt. De grafstenen staan in lange rijen in de lengterichting van de begraafplaats.
De begraafplaats is beplant met witte rozenstruiken en gele narcissen.