Geschiedenis
Na de val van Luik en Namen trekt het Belgische leger zich terug in de vesting Antwerpen, waar het zijn wonden likt. De evenementen dwingen de Belgen echter tot actie. Plannen worden gemaakt om vanuit het bolwerk Antwerpen de flanken van de Duitse opmars aan te vallen en zo de druk op het Franse en het Britse leger te verlichten.
Tijdens deze twee uitvallen op 24-26 augustus 1914 en op 9-13 september 1914 proberen de Belgen de Duitsers in het noorden van de huidige provincie Vlaams-Brabant klem te zetten. De aanvallen boeken aanvankelijk succes en vele dorpen worden tijdelijk heroverd, maar de Duitse tegenstand blijkt toch te groot en de Belgen worden teruggeduwd. De gevechten verwoesten hele dorpen en eisen talloze Belgische gesneuvelden.
Eerst worden deze begraven in veldgraven of op de gemeentelijke begraafplaatsen van de dorpen waar ze omkomen, maar een permanente oplossing dringt zich op. De aanleg van de militaire begraafplaats van Eppegem en de overbrenging van de lichamen verloopt in de jaren 1920, net zoals dat elders in het land gebeurt. Een Duitse begraafplaats bevindt zich naast de Belgische, maar die lichamen worden eind jaren 1930 naar de Duitse begraafplaats in Wespelaar overgebracht. Op de begraafplaats rusten hoofdzakelijk soldaten van het 2e en 3e regiment jagers te voet. Met meer dan 150 doden maken zij het merendeel van de gesneuvelden uit.
Slachtoffers
228 Eerste Wereldoorlog
Beschrijving
De rechthoekige begraafplaats van 22 are is volledig omgeven door een bakstenen muur die aan de straatkant met traliewerk is bekleed. De graven liggen met hun voorkant naar de straat gericht en achter de graven staan nog de haagjes zoals bij de aanleg van de begraafplaats. Het kruis opgericht ter nagedachtenis van de gesneuvelden bestaat uit twee kanonlopen. Ervoor staat een obelisk met een Franse en een Nederlandse tekst.