Geschiedenis
Na de gevechten in oostelijk Brabant besluit de Belgische legerleiding het veldleger terug te trekken en richting vesting Antwerpen te sturen. De strijdkrachten hebben zware verliezen geleden; er is tijd en ruimte nodig om te rusten en te hergroeperen en het gebied achter de Antwerpse forten biedt daarvoor een veilige plek.
Echter geen terugtocht zonder dekking en enkele compagnies krijgen het bevel de Duitsers zoveel mogelijk op te houden. In de noodlottige ochtend van 19 augustus 1914 wacht onder andere de 4e compagnie van het 1e bataljon van het 9e linieregiment onder bevel van kapitein Gilson de vijand op aan de windmolen van de Herseltsesteenweg in Aarschot. De Belgen bieden hevig weerstand en er vallen tientallen doden, maar de actie is tevergeefs, want de vijand blijkt te sterk. In het gehucht Ourodenberg worden ook huizen in brand gestoken en burgers omgebracht, een voorbode van nog meer oorlogsgeweld. De Belgen trekken zich terug, maar laten meer dan 120 doden op het slagveld achter.
De Duitsers trekken Aarschot binnen en er volgen ettelijke schietpartijen waarbij de Duitse bevelhebber, kolonel Johannes Stenger, dodelijk getroffen wordt. Als vergelding vallen niet minder dan honderd Aarschotse burgers onder de Duitse kogels. De stad wordt geplunderd en deels platgebrand, krijgt zo haar plaats op de lijst van martelaarssteden en wordt pas na de oorlog heropgebouwd.
Slachtoffers
92 Eerste Wereldoorlog (21 onbekenden)
Beschrijving
Het ereperk, met graven in evenwijdige rijen, bevindt zich rechts in het midden van de stedelijke begraafplaats. Het is verdeeld in een militair en een burgerlijk gedeelte, met in het midden een monument dat de Aarschotse gesneuvelden van de twee wereldoorlogen gedenkt. De graven van de militaire slachtoffers zijn van het gekende Belgische arduinen model. De graven van de burgerlijke slachtoffers worden naar een plaatselijk model in beton uitgevoerd.